Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Gedalia, de zoon van Ahikam, den zoon van Safan, zwoer hun en hun mannen, zeggende: Vreest niet van de Chaldeen te dienen; [22]blijft in het land, en dient den koning van Babel, zo zal het u welgaan. 22. Of, woont.